I would drive 3500 miles (roughly)

3 september 2019 - Coffeyville, Kansas, Verenigde Staten

Nou mensen daar gaan we hoor. De documentatie van mijn eerste twee weken als solo reiziger in Australië. Ik heb het kort houden opgegeven dus mocht je over 3 min weg moeten zou ik deze ff overslaan. Zit je vast in het ov voor de voorzienbare toekomst ga dan vooral je gang (of in een vliegtuig voor 25 uur). In word is het 8 pagina’s people, prepare. Er komt ook nog een samenvattend filmpje aan maar geen idee hoe lang dat nog gaat duren. We beginnen even met een beeld schetsen van de deelnemers aan deze roadtrip. Want zoals ik vorige keer al kort verteld had heb ik de afgelopen twee weken met twee andere mensen een auto en reis gedeeld.  Oh en ja op Instragram is zo nu en dan wat voorbij gekomen dus nu kun je leuk de plaatjes aan het verhaal matchen. (Dit verhaal is in twee stukken geschreven, een deel in Broome en een deel in Darwin. Door tijd te kort en zeer weinig mobiel netwerk is eerder uploaden niet gelukt. Het perspectief wisselt halverwege dus maar dat zal ik even aangeven) EDIT ER ZIJN WAT PROBLEMEN MET MIJN MAC DUS FOTOS DUURT NOG EVEN  

De Duitser: altijd in lange broek en onder de muggenbulten. Altijd bezig met iets uitzoeken of het besturen van de auto. Eet alleen groente en fruit want op dieet maar knalt wel een halve liter energie/bier achterover. Wil niet te veel geld uitgeven. Regelt vrijwel alles voor de reis, waar de Nederlander erg van geniet maar is ook niet moeilijk als je iets anders wilt. Lekker praktisch. Heeft daarnaast best nog humor voor een Duitser. Mist die autobahn. 

De Franse: kleedt zich te pas en te onpas overal uit en om. Zegt ervan te houden in de natuur te leven maar duidelijk nog nooit gekampeerd. Erg Frans dus ze denkt wel dat ze weet hoe het allemaal zou moeten. Vindt alles te duur maar wil wel continu dure boodschappen doen. Zegt dat ze felixetarier is maar eet meer vlees dan de Nederlander. Praat het liefst alleen tegen de Duitser. Doet overal 6 jaar over. Laat telefoon/gopro/camera overal liggen. Zodra er netwerk is gaat ze luidkeels in het Frans bellen. Eindeloos onpraktisch. 

De Nederlander: Altijd met rugzak. Lijkt zich altijd aan het insmeren te zijn. Ruikt ook 24/7 naar zonnebrand. Lijkt zich regelmatig te ergeren aan de Franse. Sleept twee te grote camera’s mee. Wil als een van de weinige niet continu op de foto met alle toeristische attracties. Zegt 100x per dag: better safe than sorry. Lijkt alles leuk te vinden waarbij ze zichzelf kapot kan maken. Wil niet te veel geld uitgeven aan onnodige dingen, maar geeft rustig veel geld uit aan dingen die ze leuk vind. Redelijk praktisch. 

Na een avondje chillen in Perth om de precieze plannen te bespreken en een boodschappen lijstje te maken, had ik nog een dag in Perth om mezelf te vermaken. Ik ben een dagje gaan rond fietsen op Rottnest, een eilandje net voor de kust van Perth waar je Quokka's (beetje gekke mix van rat en kangaroo) en mooie stranden hebt. De volgende dag konden we na het doen van de boodschappen vertrekken naar de eerste locatie; Lancelin. 

Daar hebben we ons (voornamelijk ik) vermaakt met het zandboarden op de zanduinen om vervolgens weer in de auto te stappen naar Pinnacle dessert. Kei grappig dit, vooral omdat ik voor de staande versie ging in plaats van de zittende. Dit resulteerde in een hoop spierpijn de volgende dagen en de blauwe plekken zijn nu bijna helemaal verdwenen. Ik heb voor het vermaak hieronder ff een filmpje van een mooie crash geknalt (vanavond uploaden. sorry). Pinnacle dessert is een vrij vage plek waarbij het lijkt alsof er vanuit de ruimte iemand aan het darten was met Australië als bord en dikke stenen als dart pijlen. 

Toen kwam de eerste avond waarop wij op zoek gingen naar een gratis camping. Dit is over het algemeen hoe we het vaakst de nacht doorkomen want eh gratis eh en zolang we alle drie niet douchen heeft niemand het door. Hier en daar betalen we voor een camping zodat we kunnen douchen of omdat er simpelweg geen andere opties zijn. Op het moment zitten we in een Hostel in Broome wat toch wel fijn is want; douches en een echt bed. Dit laatste is helemaal fijn gezien er ergens een minuscuul gaatje in mijn matje zit wat de laatste paar nachten toch wat hard maakte. Op deze eerste avond kwam het eerste besef van belangrijkste les die geleerd is op deze roadtrip: Don't travel with the french. Mevrouw had duidelijk nog nooit een tent opgezet (of gezien denk ik) en leek ook totaal geen common sense of IQ te hebben want ze snapte ook de meeverpakte uitleg niet. Nou heb je natuurlijk lastige tenten maar lieve mensen dit is een tent van 35 dollar die zo ontzettend standaard is dat het bijna eng is. Met twee stokken en een set haringen is dit echt geen hogere wiskunde. 

Op dit punt ben je een dag onderweg dus denk je oh dat komt wel goed, die heeft gewoon nog nooit gekampeerd maar dat komt wel. Nee. Dat komt dus niet. Veertien dagen verder weet ze nog steeds niks van de tent en heeft ze hem dus ook nog nooit opgezet of afgebroken. Ook voor het koken wacht ze standaard tot ik begin en oh ze heeft geen rijbewijs dus ze helpt ook niet met rijden. Goed, we weiden hier iets te ver uit. We komen hier zeker nog op terug maar on with this story. 

Nadat de tent was opgezet in ik moker hard in mijn teen was gebeten door een mier (een mier zo groot als mijn middelvinger want is Australië eh dus alles is gemuteerd) zijn we vrij vroeg gaan slapen om de volgende dag door te kunnen rijden. Want we gingen verder naar hutt lagoon en Kalbarri national park. Dit is goed te beschrijven als roze en oranje. Hutt lagoon is namelijk (een van de velen) pink lakes en Kalbarri is het eerste nationale park op onze route waar we de massale oranje kliffen zien waar het westen bekend om is. Nu we zo twee dagen onderweg zijn ben ik ondertussen ook bekend met de stilte van het westen; beter bekend als "no service". Het mobiele netwerk is hier vrij spaarzaam, helemaal met mijn provider. Nou vind ik dat ondertussen eigenlijk wel lekker en moest ik dit weekend ineens erg wennen aan de continue bereikbaarheid.

Na aankomst bij Hutt lagoon ginngen we op zoek naar een plek voor onze tent voor de nacht. Dit gaat altijd ongeveer zo: Duitser kijkt op Campermate terwijl ik Wikicamps erbij pak. We checken hoe veel tijd we nog hebben voordat de zon ondergaat en hoe ver we zelf nog willen rijden. Daarna bedenken we of we willen douchen (dit werd steeds minder) want dit maakt het vaak verschil tussen een gratis plekje en een betaalde camping. Nou zo gebeurde dit ook toen, alleen kwamen we al snel tot de conclusie dat er niet bijzonder veel gratis plekken waren in de omgeving. Na een snelle spuertocht vond ik iets voor 5 dollar per persoon per nacht met douche! Kei goeie deal. Dus wij weer in de auto en rijden maar. De camping lag aan een onverharde weg, wat hier best veel voorkomt, wat onze toch wat langer maakte dan verwacht. Bij aankomst kwamen we er achter dat dit niet simpelweg een camping was maar een micronatie. Dus hoewel ik geen stempels in mijn paspoort heb gekregen voor Australië heb ik nu een set hele bijzondere stempels in mijn paspoort. Principality of Hutt River wordt oficieel niet erkend door Australië maar ze hebben het wel mooi voor elkaar dat ze geen belasting hoeven te betalen. Ik heb nog even staan praten met de prins van deze natie. Zijn ouders waren de eerste prins en prinses nadat ze tot de conclusie kwamen dat ze door een maas in de wet een micronatie konden worden. Ontzettend interessante plek! Met eigen museum, geld, postzegels alles. Ook omdat we hier compleet per ongeluk terecht waren gekomen. 

Nou de volgende ochtend vroeg vertrokken richting Kalbarri om daar de hele dag te hebben. Na wat kleine hikes (na 3km vallen deze twee al om) gingen we op pad naar de volgende plek, Shark bay!

Dit is een vrij groot gebied dat verschillende mooie stranden en plekken bevat. Ook het zeeleven is hier vrij uitgebreid en wij hebben hier dan ook de eerste walvissen en zeehonden mogen spotten. Ook een hele hoop nep-haaien, standaard bij enige beweging op het water schreeuwt iemand namelijk "SHARK" maar dat bleken toch elke keer weer dolfijnen te zijn. We kwamen hier op de eerste dag wat mensen tegen waarop we een dag later maar gelijk een 4x4 gehuurd hebben op francois perron in te gaan. Een nationaal park in het shark bay gebied, ook het meest westerse stukje van australie dat alleen begaanbaar is met een 4WD. De Duitser zag het niet zitten om hier geld aan uit te geven dus is een dagje in Denham op het strand gaan chillen. De Franse en ik zijn samen met onze nieuwe Duitser en Amerikaan de auto gaan huren, wat nog best ff een dingetje was, om vervolgens het park in te trekken. Dit was toch wel een ervaring want ik moest de helft van de tijd rijden, als jongste in de auto was dat toch vrij interessant. Rijdend door het diepe zand heb ik aan een stuk door gebeden dat we niet vast zouden te komen zitten maar dat is allemaal goed gegaan en later die avond zijn we weer met zijn drieën verder gereden. 

Het rijden hier in Australië is vrij interessant. Het is natuurlijk links, wat extra concentratie kost maar er loopt en springt hier ook van alles langs de weg wat je niet moet raken. Gedurende het rijden zie je dan ook regelmatig dode kangaroos langs de weg in verschillende staten van ontbinding. Dit komt omdat als de zon onder is het kangaroo play time is. Ze willen dan graag met je auto komen spelen en springen dus regelmatig net voor je de weg op. Helaas hebben wij deze avond ook bijgedragen aan de weg decoratie. Wij hebben 3 min voor we op locatie waren een kangaroo dood gereden. Wat echt heel naar was. De Franse lag natuurlijk op de achterbank te slapen en was onlangs dat ze niks gezien had volledig overstuur. Wat natuurlijk resulteerde in luidkeels Frans bellen terwijl wij probeerde te bedenken wat we nu in godsnaam moesten doen. Terwijl de Duitser de auto op schade checkte ben ik teruggelopen naar het beestje. Op wat spierspasme na was het gelukkig op slag dood zodat ik niet ook nog daarover na hoefde te denken. Na overleg met de Duister heb ik het beestje van de weg gesleept en langs de weg begraven onder een berg stenen. Toen we terugkwamen bij de auto lag de Franse alweer te slapen maar toen we 3 min later aankwamen op locatie zij ze dat ze het er heel moeilijk mee had en daarom niet kon helpen met koken. Nou eet de Duitser een apart dieet en was ik klaar met de Franse dus werd er niet gekookt. De Duitser en ik hebben samen nog wat gedronken op deze ervaring waar we beiden toch wel van geschrokken waren om na een (voor mij) wat onrustige nacht de volgende dag verder te rijden. 

Op naar het volgende plekje op de kaart: Coral bay. Daar komen we tot de conclusie dat de Duitser en ik soms iets verder vooruit moeten plannen ( De Franse hebben we op dit punt al opgegeven). We wilden hier namelijk graag gaan duiken maar de tour voor de volgende dag zit al vol en willen eigenlijk niet nog een extra dag blijven. Na wat heen en weer gebel met Exmouth (onze volgende locatie) besluiten we een strand dag te houden. In Exmouth moeten we ook 2 dagen wachten door slecht weer maar we gaan ervan uit dat hier iets meer te doen is. Hier heb ik ook een snorkel set gekocht. Dat was echt top, want hoewel we niet kunnen duiken is er met snorkelen hier ook een hele hoop te zien. We zitten hier namelijk aan het Ningaloo reef, wat steeds bekender wordt en op weg is het te gaan winnen van het great barrier reef. Dit voornamelijk omdat hier het grootste gedeelte wel nog leeft. 

Nou de volgende dag weer in de auto naar Exmouth waar we dus 3 volle dagen zijn. 1 dag gaan we cape range in, wederom weer een nationaal park. 1 dag chillen we een beetje in het dorp en op de camping en de derde dag gaan we dus duiken. Of nou ja "we", de Duitser en ik. Zodra we voor de eerste duik in het water liggen durft de Franse natuurlijk niet meer en besluit zich aan te sluiten bij de snorkel groep. Het duiken is even wennen maar ontzetten tof! We duiken op twee verschillende locaties en zijn met zijn tweeën met een instructeur. Op de derde locatie is het water te diep voor ons en besluit ik te gaan snorkelen. Alleen ik ben wel de enige want de rest van de snorkelaars besluit een pauze te nemen. Ik ga dus samen met Lindsey (weer een andere instructeur) het water in. Hoewel we het prachtige koraal vanaf deze afstand niet kunnen zien, zien we geweldige dieren. Na 5 min zien we twee schildpadden die om elkaar heen cirkelen en niet veel later hoor ik Lindsey iets verderop intens enthousiast van alles schreeuwen. Eenmaal bij Lindsey snap ik waarom, onder ons zwemt een Reuzenmanta (kapot grote blauwe rog, een beetje zoals die leraar in Finding Nemo). Ik geniet nog steeds regelmatig van deze (ondertussen) herinnering want dit was zo ontzettend vet. Oh en jongens, de bakker in Exmouth is echt geweldig. Ik heb even geïnformeerd maar ze bezorgen niet buiten Exmouth dus ik heb maar een hele doos met muffins en taart meegenomen voor de rest van de reis. 

(ondertussen vanuit het zonnige Darwin)

Vanuit Exmouth switchen we weer van slippers naar dichte schoenen om Karijini te takkelen. Dit is een van de bekenste nationale parken in dit deel van Australië met goede redenen. Dit is tot zo ver een van de vetste landschappen die ik gezien heb. Waar Kalbarri voornamelijk bestond uit hele grote rode kliffen is Karijini een stuk diverser. De vegetatie neemt weer toe wat zorgt dat een deel van de oranje/rode kliffen bedolven is in groen. Normaal gesproken geen geweldige kleurcombi maar they make it work. Naast de kliffen staat het hier ook bol van de watervallen die onderaan over de jaren natuurlijke zwembaden gecreëerd hebben. Dit heeft er wel gezorgd dat mijn mooie witte zwemshorts half oranje zijn. Kan ik compleet mee leven want het is echt geweldig om in deze kleine zwembaden te zwemmen. (zeker omdat we al een tijdje niet gedoucht hebben). Na 1,5 dag moesten we helaas weer verder maar de foto’s (die ik vanavond zal uploaden)geven een kleine impressie. Ik had mij hier prima een week kunnen vermaken want we hebben lang niet alles gezien, maarrr we moeten door. (ook omdat die duitser en ik ondertussen graag van die Franse af willen)

De Duitser en ik hebben namelijk besloten samen door te reizen naar Darwin. Wat top is want zo hoef ik geen nieuwe lift te zoeken. We zijn redelijk duidelijk geweest over het feit dat de Franse niet welkom is voor deze uitbreiding van de reis. Die dropppen we dus (volgens de planning)in Broome. Daar zijn we nu ook naar toe op weg. Met een kleine stop in Port Hedland belanden we twee dagen later dan in Broome. Daar hebben we afgesproken eerst de auto te gaan wassen maar de Franse heeft natuurlijk ineens plannen en kan niet meer helpen nadat we haar hebben gedropt bij haar hostel. (Hehehe, zij zit in een andere hostel dan wij YESSSS). Op dit punt zijn wij daar bijna blij mee want ze had hoogstwaarschijnlijk toch alleen maar in de weg gelopen. Enige waar we beetje zenuwachtig van worden is dat wij allebei nog zo’n 150 dollar van haar krijgen.  Maaaaar eerste de auto wassen, wat absoluut hard nodig was. De auto is, net als wij, compleet oranje uitgeslagen en overal ligt zand en kleine steentjes. 

Zodra de auto schoon is gaan wij dan ook naar ons hostel om ons zelf te wassen. Na een douche van minimaal 30 min duiken we dan de hostel bar in om te vieren dat we het overleefd hebben. Het is een hostel met een BYO (zelf alcohol meenemen) verbod dus de biertje van het hostel moeten volstaan. (gelukkig was de reis goedkoper uitgevallen dan gedacht en hadden we hier geld voor ;)). Tijdens de reis hebben we namelijk Goon afgewisseld met Ciders. Goon is de enige vorm van alcohol in Australië die normaal geprijsd is. Dat leidt natuurlijk wel tot een smaak die niet altijd geweldig is maar de afwisseling met ciders maakt dat oke. Goon is een 4L pak wijn. Je moet een beetje geluk hebben met de variant die je koopt, sommige zijn blijkbaar echt heel smerig, maar wij hadden een redelijke keus gemaakt. 

We besluiten het hele weekend in Broome te blijven om een beetje bij te komen. Ook omdat ik eindelijk wat van mijn supervisor heb gehoord. Ik ben op dit moment ondertussen drie weken verwijdert van mijn stage maar mij beoordelen bleek erg lastig. Ik ben hierdoor al een maand te laat voor het inleveren en studeer dus een maand te laat af. Na het negeren van al mijn deadlines, ben ik mijn supervisor gaan stalken totdat hij iets van zich liet horen, en hoe. Hij geeft nu aan dat hij mij niet kan beoordelen voordat ik de feedback van mijn paper verwerkt heb. Feedback die hij mij nu pas gestuurd heeft, terwijl de afspraak 5 weken geleden was. Ik spendeer dus de rest van de vrijdagavond en het grootste gedeelte van de zaterdag aan het verwerken van de feedback. Ik moet namelijk mijn beoordeling voor vrijdag inleveren wil ik in september afstuderen, anders wordt het oktober. Gezien mijn Nederlandse supervisor het voor die tijd ook nog moet beoordelen wordt het interessant. Gelukkig is dit allemaal goed gekomen. (ik heb mijn beoordeling twee uur te laat ingeleverd maar dat is mij vergeven). Het is nog even wachten op de examencomissie maar midden september zal ik dan officieel (hopelijk) bericht krijgen dat ik mijn bachelor gehaald heb. (Thank god, wat een intens gezeik was dit)

Na twee dagen chillen in Broome en biertjes drinken in de bar gaan we weer op pad. Gezien ik mijn Nederlandse gezelschap op 4 september moet ontvangen in Melbourne hebben we ongeveer een week voor dit gedeelte. Zodat ik in Darwin mijn vlucht terug kan halen. We hebben besloten geen extra reismaatje te zoeken en gaan met zijn tweeën op pad. Na een middagje kloten heb ik het gaatje in mijn matje helaas nog niet gevonden dus worden mooie nachten, maaaar wel een 3 persoons tent voor mezelf. (nog belangrijker, geen Franse infiltranten in mijn hotel). De eerste stop is de Fitzroy crossing waar we spontaan een klein nationaal park in duiken. Daar springen de wallaby’s continu om ons heen wat het een gezellige lunch spot maakt. Op ons tochtje door het park wachten ze ook steeds even op ons voordat ze verder springen.( ik voel me net sneeuwwitje)

Nadat we verder rijden spot ik ook de eerste Crocs. Dat is wat men hier de krokodillen noemt (ik denk in de hoop om men minder bang te maken). Lekker op afstand wel gelukkig zodat ik even kan genieten zonder voor mijn leven te hoeven vrezen. Het continu zwemmen van de eerste twee weken zullen we ook moeten aanpassen want hoe noordelijker we rijden hoe meer water niet zwemveilig is door deze beesten. Dat is wel een van de mooie dingen van Australië. Een van de eerste keren in mijn leven dat ik banger ben voor dieren in een land dan de mensen. (zoals het hoort dus zeg maar). Wat we hier ook steeds meer zien zijn de Aboriginals.  Dit is een van de grote tragedies van Australië vind ik. Want waar ik in Melbourne af en toe een zwever zag waarvan ik gokte dat het een Aboriginal was, zie je ze hier overal. De Aboriginals levenswijze is ontzettend interessant maar door de hoeveelheid problemen zie je daar eigenlijk maar weinig van. In deze regionen zie je voornamelijk Aboriginals dronken (of zo goed als) in parkjes. In de kleine steden hier zie je ook overal afkickklinieken (volgens mij heb ik er hiervoor nog nooit een gezien) en andere mental health faciliteiten. Er zijn ook plekken waar het verboden is om alcohol te drinken om zo het probleem niet groter te maken. Het aller pijnlijkste is dat de inwoners van deze steden met een Europese achtergrond zich voornamelijk lijken te ergeren aan de Aboriginals. Waarbij ze compleet lijken te vergeten dat onze westerse manier van leven dit probleem veroorzaakt heeft. Deze mensen waren helemaal oké voordat de Europeanen Australië “ontdekte”. Het is wel duidelijk dat de regering hier steeds meer inziet welke fouten er voorheen gemaakt zijn en probeert deze mensen hun land en gewoontes terug te geven. Het probleem is alleen nog verre van opgelost. 

Nou na dit politieke intermezzo gaan we weer verder. Het volgende op de agenda is Kununurra. Daar hebben we een Kangaroo opvang gevonden waar we een paar uur gaan kijken. Wat men namelijk gauw vergeet met de hoeveelheid karkassen langs de weg is dat Kangaroos regelmatig een kleintje in de buidel hebben als ze aangereden worden. Of, doodgeschoten worden tijdens de jacht. De vrouw die dit heeft opgezet zorgt al 16 jaar voor alles wat bij haar gebracht wordt. Wat zich ondertussen heeft uitgebreid tot veel meer dan de springende dieren. Na wat flesjes en knuffels legt ze ook van alles uit over de beestjes zelf en wat je wel en niet moet dan als je er een aanrijdt (beetje laat maar goed). Super bijzondere ervaring om iemand met zo veel passie voor de diertjes te zien zorgen. Zeker omdat ze daarnaast fulltime werkt om deze “hobby” te kunnen bekostigen. 

Na deze aandoenlijke pitstop rijden we verder naar Katherine waar we per toeval een set hot springs vinden waar we de dag spenderen. Dit gedeelte van de reis is er minder te zien wat leidt tot wat meer relax dagjes. De bekende route langs de Gibb river road is namelijk niet toegankelijk voor ons, gezien die weg alleen geschikt is voor 4WD auto’s. Hierdoor kunnen we niet alles hier zien maar zelfs met 4WD gaat dat je niet lukken binnen een week. Gezien ik toch al besloten heb dat ik wel weer terugkom geniet ik van alles wat we wel kunnen zien en zet ik de rest op een lijst voor de toekomst. De volgende drie dagen spenderen we in nationale parken op de weg naar Darwin, waarin we gelukkig ook af en toe weer kunnen zwemmen. Het wordt namelijk steeds warmer en met 35 graden ben ik ook iets minder een fan van grote hikes. 

De eerste op de lijst is Nitmiluk, dit bestaat uit een hele rij aan watervallen met daartussen meerdaagse hikes. Wij genieten dus vooral van de watervallen en ik zwem waar mogelijk (en veilig). Daarna komt Kakadu, dit is waarschijnlijk een super tof park als je meerder dagen te besteden hebt maar wij vonden het vooral heel duur. Kakadu, heeft vooral wetlands (denk Leersumse plassen) en heel Aboriginal cultuur. Wij wisten alleen niet van te voren dat je deze cultuur moet boeken dus missen we dat. Erg zonde maar gezien ik aankomende maand naar Uluru ga (een van heiligdommen van de Aboriginals) kan ik mij er niet te druk over maken. Met 40 dollar p.p. (in verhouding tot de 13 dollar per vehicle op alle andere plekken)zijn de kosten erg hoog voor een teleurstellende dag. Zeker omdat we 1,5 uur in de file hebben gestaan omdat er maar 1 weg in park is en daar nou net een ongeluk gebeurd was. Dit hoort er ook allemaal bij en eerlijk gezegd heb ik mij prima vermaakt met de dingen die we wel hebben kunnen zien. Daarnaast volgde vervolgens nog een Croc aanschouwing(gelukkig weer op afstand)en een zeer interessante nacht. 

Bosbranden zijn in dit gedeelte van het land namelijk heel normaal en horen bij de dynamische natuur hier. Je ziet al rijdende dan ook vaak hier en daar wat rookpluimen en hele zwartgeblakerde stukken. De branden maken de grond weer vruchtbaar voor een volgende generatie vegetatie dus zolang ze zich niet te veel uitbreiden maakt niemand zich er druk over. Gezien het nu ook dry season is zie je het ook meer. Deze kant van het land kent namelijk maar twee seizoenen, dry and wet. Wet is zoals je het je voorstelt vooral heel nat en alles wat giftig is en je dood wil hebben komt naar buiten. Dry season is vooral erg warm en droog, met agressievere crocs maar voor de rest weinig enge dingen. 

Deze nacht begon voor mij met een hoop paniekerige research. Vanuit de tent waren er namelijk vrij rare geluiden te horen. Het beste te beschrijven als een varken dat vermoordt wordt afgewisseld met een hele luie kikker. Ik had natuurlijk binnen vijf min besloten dat dit een croc was die iets aan het vermoorden was. De Duitser (die veilig in de auto lag)dacht niet dat het een croc was maar zij dat ik welkom was in de auto als ik mij onveilig voelde. Daar was ik natuurlijk te trots voor en gezien de rest van de mensen op deze kampeer plek niet in blinde paniek leek te zijn bleef ik in de tent. Na een halfuur (en overleg met Kim over whatsapp, thanks bud) heb ik de tent wel versleept tot bijna onder de auto. Zo stond ik tussen twee auto’s in en de Duitser verzekerde mij dat ze me zou beschermen mocht het nodig zijn. Vervolgens heb ik een schaar klaar gelegd zodat ik mij de tent uit kon scheuren als het nodig was en op de auto kon springen. Toen nog een uur (HET GELUID WAS ER NOG STEEDS EH)besteed aan driftg research over crocs en wat te doen mij een aanval. Daarna verminderde de adrenaline in mijn bloed gelukkig genoeg om enigszins onrustig in slaap te vallen.

Na een paar uur werd ik helaas weer wakker en niet veel later (uurtje ofzo)kwam de Duitser aankloppen met de vraag of niet beter konden vetrekken. Het was 04:00 dus ik vroeg met enge verbazing waarom. In een tent kun je namelijk niet naar buiten kijken. Ik rook wel wat vuur maar dat had ik de hele avond al geroken. Toen ik naar buiten kroop had ik door dat de tent als filter had gewerkt. Ik werd overladen met rook. Het hele kampeerterrein stond blank en ik snapte gelijk waarom ik de andere twee auto’s had horen inpakken. Dit kon niet gezond zijn. Dus met enigszins kleine oogjes alles snel ingepakt om op pad te gaan naar de stop voor vandaag; Litchfield national park. We hadden alleen gepland om onderweg daarnaartoe te tanken. In Australië hebben ze alleen voornamelijk nog ouderwetse benzinepompen waarbij je binnen moet betalen. Gezien het ondertussen ongeveer 4:30 was natuurlijk nog niks open. Na even gereden te hebben kwamen we er een tegen die om 5:30 openging gezien het op dat punt 5:00 was besloten we daarheen te rijden en gewoon maar te wachten. 

Dit alles om vervolgens om 6:00 aan te komen bij het Litchfield. Gezien we allebei kapot waren van deze bizarre nacht besloten we op een willekeurig grasveld nog wat slaap te pakken. Dus terwijl de zon net op kwam maakte de Duitser haar bed in de auto terwijl ik de tent pakte om mijn slaapplek klaar te maken. Gezien het geen officieel kampeerterrein was (en ik kapot was) besloot ik de tent niet op te zetten maar simpelweg te gebruiken als grondzeil. Met mijn matje en slaapzak (met mij erin) daarboven op en de buitentent over mij heen te trekken. Dit moet er vrij hilarisch uit gezien hebben. Werkelijk alles stond ook naar de rook, maar met mijn vermoeidheid maakte mij dat weinig uit. We hebben beiden allebei nog ongeveer 2,5 uur geslapen wat de dag toch een stuk aangenamer maakte. 

Litchfield was weer een supertof nationaal park met belachelijk hoge termiet hopen en watervallen met zwem mogelijkheden. De termiet hopen zijn niks nieuws, die hebben ons vanaf Pinnacle dessert vergezeld langs de weg. Lanngzaam van kleur veranderend van het oranje tot het beige in Litchfield. Hoewel de termiet hopen overal vet groot waren (ongeveer mijn hoogte) spannen degene in Litchfield wel de kroon met hopen van 2-4 meter hoog. Na de termiet hopen hebben wij ons de rest van de dag vermaakt in het water onder de watervallen. Om aan het einde van de dag door te rijden naar Darwin waar een hostel met echte bedden en douches op ons wachtte. 

Dit is dan ook waar ik nu ben, ik zit in een cafe koffie te drinken (als voorbereiding voor Melbourne)terwijl ik dit schrijf. Gezien ik geen wifi heb kan ik de foto’s nog niet uploaden maar dit beloof ik vannacht op het vliegveld te doen! Ik vlieg namelijk vannacht terug naar Melbourne om daar 10 uur later mijn Nederlandse gezelschap te ontvangen! 

Nou dit was hem wel weer (sorry voor deze bizarre lengte, het waren drie interessante weken oke). Joe en tot de volgende!

7 Reacties

  1. Inge:
    3 september 2019
    Wat een super leuk verhaal weer Marieke , echt heel erg gaaf wat je allemaal mee maakt!! Geniet er maar van, zeker met die 2 uit Nederland. Veel plezier met zijn 3tjes.😘
  2. Marieke:
    4 september 2019
    Dat komt vast helemaal goed!
  3. Lotte zwolsman:
    5 september 2019
    Wat een heerlijke manier van schrijven heb je toch. Leest leuk en makkelijk. Boek schrijven? ;)
    Tof wat je allemaal mee maakt. Neemt niemand je meer af. Vind je stoer!
  4. Marieke:
    6 september 2019
    Grapjas
  5. Sandra:
    6 september 2019
    Geweldig om jouw avonturen re lezen Marieke. Have fun met de Dutch ladies.
  6. Sandra:
    6 september 2019
    Geweldig om jouw avonturen re lezen Marieke. Have fun met de Dutch ladies.
  7. Marieke:
    6 september 2019
    Dat komt helemaal goed! Nog ontzettend bedankt voor de tip van Maps.me, ik was de held van de auto met mijn netwerk vrije navigatie.